Egmont Institute logo

Save us from Ashton-bis

Post thumbnail print

In

The future High Representative should have authority recognized by all Member States, which he or she should unite, not divide.

 

This commentary appeared in Dutch on De Standaard on 28 August 2014.
(Photo credit: EEAS, Flickr)

*****

“Bespaar ons van Ashton-bis”

Een cruciale post als de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands beleid verdient iemand die met gezag kan spreken, iemand die de lidstaten verenigt. En zo iemand is topkandidate Federica Mogherini niet, vindt Sven Biscop.

Kissingers plaat, getiteld ‘Wat is het telefoonnummer van Europa?’, is grijsgedraaid. De vraag is trouwens allang achterhaald, want de Europese Unie heeft een Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands en Veiligheidsbeleid, een soort minister van Buitenlandse Zaken, die bovendien haar collega’s voorzit wanneer die in EU-verband vergaderen: Catherine Ashton. Kissinger heeft overigens makkelijk praten. Hij moest als buitenlandminister maar één Nixon ondergaan. Ashton heeft 28 lidstaten te dienen, waarvan heel wat leiders prima donna’s zijn. Geen enkele Hoge Vertegenwoordiger kan beleid maken tegen de lidstaten in.

Maar een goeie Hoge Vertegenwoordiger kan de lidstaten wel duwen in de richting van een krachtdadig Europees beleid. Javier Solana, de facto Ashtons voorganger, deed dat door telkens net de grenzen van zijn bevoegdheden op te zoeken. Enkele successen niet te na gesproken, zoals de vooruitgang in de onderhandelingen met Iran en de oprichting van de Europese Dienst voor Extern Optreden (Edeo), is Ashton zelf heel wat braver gebleven.

Wachten op Godot

En nu loopt haar mandaat af en wordt een opvolger gezocht. Je zou denken: tijd voor een sterke figuur. De Edeo is er nu, Ashtons opvolger moet die maximaal benutten. Is de favoriete, de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken Federica Mogherini, die figuur (DS 27 augustus)?
Op 16 juli, toen de opvolging de eerste keer op de agenda van de Europese leiders stond, dachten heel wat vooral Oost-Europese lidstaten alvast van niet. En toch blijft Italië voor de volgende bijeenkomst, op 30 augustus, haar naam naar voren schuiven. Geen goede zaak, want een Hoge Vertegenwoordiger moet de lidstaten verenigen, niet verdelen. Het Oost-Europees wantrouwen is een serieuze handicap, zeker nu de relaties met Rusland en de toekomst van Oekraïne een van de cruciale dossiers is.

De ideale Hoge Vertegenwoordiger kan met gezag spreken, op basis van ervaring die in alle lidstaten erkend wordt. Hij of zij moet niet per se de spotlights willen opzoeken. Als de eer en de glorie aan de anderen laten de zaak vooruithelpt, moet dat maar – Herman Van Rompuy weet hoe dat moet. Maar het moet wel een activist zijn. Een behendig politicus natuurlijk ook, die de lidstaten kan verzoenen. Zeker geen notaris die wacht op hun beslissingen – want dat is wachten op Godot – wel een activist die beslissingen stimuleert.

Prioriteiten

Het is niet zo dat de EU zich altijd over alle mogelijke onderwerpen van buitenlands beleid moet uitspreken. Het is de rol van de Hoge Vertegenwoordiger om het EU-beleid te focussen op die prioriteiten die enerzijds cruciaal zijn voor alle lidstaten, maar die anderzijds door geen enkele lidstaat alleen aangepakt kunnen worden. Denkt er echt iemand dat Duitsland, Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk alleen de crisis in Oekraïne, de omwentelingen in de Arabische wereld en de opkomst van China gaan beredderen? De Hoge Vertegenwoordiger moet bewijzen dat in dergelijke grote dossiers de EU de nationale belangen van de lidstaten beter kan verdedigen dan de lidstaten zelf. Alleen zo kunnen de lidstaten vertrouwen krijgen in de effectiviteit van de EU-instellingen (die ze natuurlijk zelf opgericht hebben). En effectief zullen ze moeten zijn, want de tijd is voorbij dat de Verenigde Staten automatisch al onze problemen komen oplossen. Obama heeft het zo al druk genoeg.

De eerste taak van de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger is dan ook om die Europese prioriteiten af te bakenen. Wie zulk mandaat krijgt, weet: ik heb vijf jaar – waar denk ik dat ik iets kan bereiken en nuttig resultaat kan boeken? Dat is de aanzet tot een strategische visie. Die mag best ambitieus zijn: de EU is welvarend genoeg, maar ziet zich ook met voldoende uitdagingen geconfronteerd, om voor zichzelf de lat hoog te leggen.

De EU zal effectief moeten zijn, want de tijd is voorbij dat de Verenigde Staten automatisch al onze problemen komen oplossen. Obama heeft het zo al druk genoeg.

Sven Biscop
Directeur ’Europa in de wereld’ (Egmont-instituut) en doceert aan de UGent.


The copyright of this commentary belongs to the Egmont Institute. It can be quoted or republished freely, as long as the original source is mentioned.
?